Tentoonstelling

02 maart–29 juni 2014

Cardboard Walls

video-installatie door Aernout Mik

Aernout Mik, Cardboard Walls, 2013, installatiefoto. Foto: Gert Jan van Rooij

In de periode 2014–2016 ontvouwt het programma van BAK zich in de vorm van een nieuwe reeks projecten onder de noemer Future Vocabularies. Deze serie verkent het conceptuele lexicon door middel van verschillende artistieke, intellectuele en activistische trajecten. Vanuit deze woordenschat kunnen we misschien concrete voorstellen en mogelijkheden realiseren van binnenuit de door crises gedreven tijd waarin we leven. Het openingslemma survival wordt in 2014 ontwikkeld samen met een aantal kunstenaars en theoretici bekend van voorgaande en actuele projecten van BAK. Hiermee wordt een lijn getrokken vanuit onze tijd van interregnum naar het onbekende van wat wij voorheen de ‘toekomst’ noemden. Deze veelzijdige serie gaat van start met het werk Cardboard Walls (2013) van Aernout Mik. Met dit werk komen de sleutelthema’s die wij belangrijk achten voor het (overdenken van) overleven samen, namelijk de vragen die gemoeid zijn met de duurzaamheid van onze planeet, de levens van vluchtelingen en de noodzaak om ons denken over (institutionele) infrastructuur te heroriënteren.

De video-installatie Cardboard Walls van kunstenaar Aernout Mik confronteert ons met de directe nasleep van de nucleaire ramp die zich in 2011 voltrok in Fukushima in Japan. Voor onze ogen ontplooien zich verschillende – zowel reële als imaginaire – situaties die veroorzaakt zijn door deze catastrofe. Ze worden verbeeld door mensen die de regio hebben moeten ontvluchten, en die nu niets anders rest dan een ‘leven’ in provisorische, wankele kartonnen compartimenten. In eerste instantie doen de collectieve improvisaties concrete herinneringen aan de traumatische gebeurtenissen herleven, tot op het punt dat zelfs de tijdelijke leefomgeving zelf – het enige dat de mensen nog hebben – vernietigd wordt in een uitbarsting van wanhoop. Ingegeven door een aantal politiek geladen momenten waarop medewerkers van Tokyo Electric Power Company (TEPCO) het kampement bezoeken om publiekelijk hun verontschuldigingen aan te bieden voor het ongeval waarvoor zij verantwoordelijk worden gehouden, krijgen de geïmproviseerde (niet tevoren uitgeschreven) handelingen echter geleidelijk een meer speculatief en propositioneel, hoewel bij vlagen onlogisch, beloop. Vanuit de puinhopen van het onheil verschijnt er een nieuwe samenstelling van solidariteit, verhoudingen en mogelijkheden, gedreven door de drang om te overleven te midden van tragische omstandigheden van onmenselijke schaal – totdat een nieuwe cyclus van beschuldigingen, woede en hopeloosheid de vicieuze cirkel opnieuw inzet.

De ruimtelijke installatie neemt de kijker op in de structuur van kartonnen wanden, zodat het al snel duidelijk wordt dat de ramp in kwestie niet van marginaal belang is omdat deze ver weg plaatsvond, maar dat wij er allemaal deel van uitmaken. Deze gebeurtenis met wereldwijde gevolgen wordt gezien als natuurramp, maar kan beter begrepen worden als een consequentie van onze voortdurende gevaarlijke, obscene en kwellende genealogie van relaties met het milieu en met elkaar. De installatie kaart aan hoe datgene dat wij meenden te beheersen (de natuur), of creëerden en dachten te kunnen beheersen (kapitalistische doctrines), met een dwingende greep de controle over onze levens heeft overgenomen, luid aankondigend dat het volledig door acties van mensen ontworpen tijdperk – het regime van het Antropoceen – een niveau heeft bereikt waarbij zelfs het overleven op zorgwekkende wijze bedreigd wordt.

Aernout Mik (1962) is een kunstenaar die in Amsterdam woont en werkt.

Het werk Cardboard Walls is geproduceerd door Aichi Triennale, Aichi and Aernout Mik, met steun van het Mondriaan Fonds, Amsterdam en het Nederlands Filmfonds, Amsterdam.