Tentoonstelling

05 februari–02 april 2006

Adrian Paci

tentoonstelling door Adrian Paci

Adrian Paci, installatie tentoonstelling, foto: Ernst Moritz

In het werk van Adrian Paci (schilderijen, tekeningen, foto’s video’s en installaties) staat de sociaal-maatschappelijke realiteit van Albanië centraal. Paci gaat in op de transformatie van het land sinds de val van het communisme in 1991 en zijn ervaringen als immigrant. Hij beweegt zich vaak tussen het autobiografische, persoonlijke verhaal en het grotere universele narratief. Hij toont hoe identiteit gevormd en geconditioneerd wordt door sociaal-politieke omstandigheden, en hoe men zich hier tot tracht te verhouden als individu, burger en als kunstenaar.

In de tentoonstelling zijn vier videowerken te zien. In Turn on (2004) toont Paci een groep werkeloze mannen die door middel van generatoren licht verschaffen in het donkere straatbeeld. Het is een metaforische film die op een subtiele en kritische manier ingaat op de huidige toestand in Albanië. In Albanian Stories (1997) filmt de kunstenaar zijn dochtertje Jolanda die een sprookje vertelt aan haar poppen. Wanneer er echter werkelijke feiten over de conflictsituatie in Albanië binnendringen in haar fantasierijke vertelling, slaat de realisatie toe dat hier iets anders aan de hand is. In zijn nieuwste film Klodi (2005) maakt Paci het universele fenomeen illegale immigratie, waarover wij dagelijks in de krant lezen, persoonlijk en intiem. In de video Piktori (2002) wordt de positie van de kunstenaar in de maatschappij en de notie van kunst in twijfel getrokken.

De analyse die door Paci’s werken geboden wordt is doordrenkt van politieke urgentie en benadrukt diepgaande tegenstellingen in de rechten, bewegingsvrijheid en kansen van de mens wereldwijd. Zijn werk is een herinnering aan het feit dat individuele mogelijkheden niet alleen een kwestie zijn van persoonlijke voorkeur of keuze, maar veelal gevormd worden door een breder politiek en sociaal verband.

Lees meer

Een aantal mannen zit stil, in zichzelf gekeerd op de treden van een dorpsplein. De camera beweegt langzaam over hun gezichten die getuigen van een zwaar leven. Hun gelaatstrekken zijn getekend door ontberingen en tegenslag. Het plein bevindt zich in de Albanese stad Shkodër, de geboorteplaats van de kunstenaar Adrian Paci. Het videowerk heet Turn On (2005).

Het is een algemeen verschijnsel in Albanië dat de elektriciteit minimaal twee keer per dag uitvalt. Gedurende deze ‘black outs’ zorgt de bevolking van de stad zelf op provisorische wijze voor de verlichting van hun winkels, cafés en huizen door middel van generatoren. De mannen zijn werkeloos en bieden in het dagelijks leven hun diensten aan op straat. Paci plaatste de mannen op de trap en huurde hen in om licht te verschaffen op het donkere plein. Ze zwengelen de generatoren aan en houden de lichten strak voor zich.

In de video gebruikt Paci de generator, een gebruiksvoorwerp voortgekomen uit noodzaak, als een metafoor. Vanuit de droefgeestige situatie van werkeloosheid, het eindeloze wachten, lijken de generatoren te staan voor vernieuwing en hoop. Tegelijkertijd zijn ze een ironische noot bij een maatschappij aangetast door verandering en verlies. De activiteit van de mannen bevestigt het uitstijgen van de mens boven de tekortkomingen van de samenleving. Het ronkende geluid van de generatoren is rustgevend en indringend tegelijk. Tijd lijkt stil te staan, maar de constante stroom van energie van de lichten symboliseert de veranderende stad. Niettemin infiltreert langzaam maar zeker moderniteit Albanië.

In het werk van Adrian Paci (schilderijen, tekeningen, foto’s, video’s en installaties) staat de sociaal-maatschappelijke realiteit van zijn geboorteland Albanië, centraal. Paci gaat in op de radicale veranderingen in het land sinds de val van het communisme in 1991 toen Albanië voor het eerst in haar geschiedenis een democratie werd. Na de Tweede Wereldoorlog kwam Albanië onder het communistische dictatorschap van Enver Hoxha. Hoxha’s ijzeren beleid en ideologie waren zo extreem – hij brak in 1961 met de USSR omdat het te liberaal was – dat Albanië onder zijn leiderschap gedurende dertig jaar een van de meest geografisch en politiek geïsoleerde landen op het continent was. Er werd geen enkele vorm van oppositie getolereerd en er heerste grote armoede. Na de verkiezingen begin jaren negentig opende de eerste democratisch gekozen president van Albanië, Sali Berisha, de deuren voor internationale handel. Een golf van economische schandalen overspoelde Albanië en veroorzaakte chaos en onvrede onder de bevolking. Het hoogtepunt van deze malaise was in 1997, het jaar dat de totale instorting van het economisch-politieke systeem markeerde. Anarchie overviel het land, rellen en plunderingen braken uit. Uit angst voor de veiligheid van zijn jonge familie, besloot Paci in 1997 te verhuizen en een nieuw leven te beginnen in Milaan.

Paci’s werk gaat in op de transformatie van Albanië en zijn ervaringen als immigrant. Hij beweegt zich vaak tussen het autobiografische, persoonlijke verhaal en het grotere collectieve narratief. In zijn video Albanian Stories (1997), gemaakt net na zijn aankomst in Milaan, filmt Paci zijn driejarige dochtertje Jolanda terwijl ze een sprookje vertelt aan haar poppen over een kat, een koe en een haan. Het verhaal ontroerde hem. Van oorsprong opgeleid als schilder, nam Paci voor het eerst een camera ter hand en maakte zijn eerste videowerk.

Het verhaal begint als een typisch kindersprookje. Wanneer er echter werkelijke feiten over de chaos in Albanië binnendringen in haar fantasierijke vertelling, slaat de realisatie toe dat hier iets anders aan de hand is. Het ‘feel-good’ gevoel dat men normaal gesproken krijgt bij de openhartige en innemende manier van vertellen van een kind, lost op wanneer Jolanda de komst van de “international forces” aankondigt die de dieren komen redden van “the dark forces”. De zinspeling op de reële situatie in haar geboorteland is schrijnend, de zwaarte ervan staat in schril contrast tot de onschuld van het kind. Haar herinneringen aan de conflicten in Albanië zijn inmiddels geïncorporeerd binnen haar dagelijkse bestaan, feiten zijn omgezet in fantasie. De perceptie van het kind is ontroerend en benauwend tegelijkertijd. Het toont het existentiële aanpassingsvermogen van een mens in extreme omstandigheden.

Realiteit is een bron van inspiratie voor Paci. Hij speelt met de grens tussen fictie en werkelijkheid, tussen realiteit en haar representatie. In zijn werk onderzoekt hij mimesis en cinematografische middelen als een strategie die veelal de vraag uitlokt: ‘is dit echt?’ In zijn nieuwste film Klodi (2005) maakt Paci het universele fenomeen illegale immigratie, waarover wij dagelijks in de krant lezen, persoonlijk en intiem. In de film vertelt Klodi, een Albanese man, veertig minuten onafgebroken recht in de camera, over zijn eindeloze omzwervingen als illegale immigrant. Klodi probeert zijn geboorteland te ontvluchten. Hij tracht zijn ‘eigen’ grenzen te bepalen en een nieuw leven op te bouwen elders waar de levensomstandigheden beter zijn. Net als veel bannelingen komt hij terecht in een eindeloos web van regels en bureaucratie. Meerdere keren bouwt hij een leven op in een land en wordt er na een paar jaar weer uitgezet. Maar, ondanks de vele mislukte pogingen blijft hij het proberen (wat in sommige gevallen resulteert in hilarische, bijna ongeloofwaardige scènes). Als kijker leef je met hem mee. Maar door de manier van filmen: simpel, ‘sec’, frontaal gefilmd met slechts één kader (het gezicht van Klodi), vraagt Paci veel van zijn kijker. Hij maakt het de toeschouwer niet makkelijk door het verhaal in een filmische of een esthetisch ‘verleidelijke’ vorm te gieten. Hierdoor benadrukt Paci de uitzichtloze situatie en volharding waarmee Klodi zijn tocht keer op keer voortzet.

Klodi’s ultieme droom is Amerika, net als voor vele andere immigranten het beloofde land; daar waar dromen maakbaar zijn en alles mogelijk is. Af en toe verschijnt er in de film een afbeelding van het Amerikaanse vrijheidsbeeld gewikkeld in een dikke mist van wolken; Miss Liberty die binnen handbereik lijkt te liggen, maar iedere keer voor zijn ogen—net als de droom volbracht lijkt—weer als een schim in de verte verdwijnt. Ze is zichtbaar, tastbaar en ongenaakbaar maar blijft op een afstand, koud en ongrijpbaar.

Als Klodi zich aan het einde van zijn verhaal wederom in Albanië bevindt, weer terug bij af is—echter nu een vrouw en twee kinderen heeft die hij in een ander land heeft moeten achterlaten—trekt hij zijn bestaan in twijfel en vraagt: “So what is my life?!“ Hoe het nut van het leven in te zien als blijkt dat hij niet op kan tegen de reguleringen en zijn leven misschien niet maakbaar is? Dit gegeven; de vraag naar de zin van het leven, lijkt in het werk van Paci steeds terug te keren. Paci laat zien hoe identiteit gevormd en geconditioneerd wordt door sociaal-politieke omstandigheden, en hoe men zich hier tot tracht te verhouden als individu, burger en als kunstenaar.

In de video Piktori (2002) gaat Paci in op de positie van de kunstenaar in de maatschappij. Paci toont een schilder. Werk maken voor zichzelf doet hij nog amper. Hij is vervalser geworden. Hij reproduceert schilderijen, falsificeert geboortecertificaten, diploma’s, overlijdensaktes en eigendomspapieren en ontwerpt winkelbordjes. Hij is veranderd in een handelaar die zijn artistieke talent compromitteert om te overleven. Het is wederom een manier om aan het Albanese drama te relateren zonder in een mediaspektakel te vervallen. In Piktori is de kunstenaar geannexeerd door maatschappelijke omstandigheden. Hij is tot een kleine crimineel geworden die zich buiten de mazen van de wet bevindt. Wanneer iemand hem om een diploma vraagt zegt hij: “Ga naar huis, kleed je mooi aan en kom dan terug”. Als de klant terugkeert, in zijn keurige pak, geeft hij hem het document en zegt: “Nu kun je minister worden.” Dit lijkt, ironisch gezien, de werkelijke macht van de kunstenaar te zijn. Zijn technische vaardigheden geven zijn klanten de mogelijkheid het lot in eigen hand te nemen en een beter leven voor zichzelf te creëren. Wanneer de schilder claimt dat alles wat gemaakt is door de handen van een kunstenaar—inclusief zijn vervalsingen—kunst is, wordt de notie van kunst in twijfel getrokken.

De analyse die door Paci’s werken geboden wordt is doordrenkt van politieke urgentie en benadrukt diepgaande tegenstellingen in de rechten, bewegingsvrijheid en kansen van de mens wereldwijd; een herinnering aan het feit dat individuele mogelijkheden niet alleen een kwestie zijn van persoonlijke voorkeur of keuze, maar gevormd worden door een—in veel gevallen onrechtvaardig—breder politiek en sociaal verband.

Programma

gesprek
14.03.2006 20.00 uur
Artist Talk